Wim is weer thuis. Nou ja, bijna thuis. Het standbeeld van Wim Sonneveld staat immers niet in het geboortehuis aan de J.P. Coenstraat, maar een tiental meters verder. Op de hoek met de Vleutenseweg en de Johannes Camphuysstraat. Eerst stond het beeld in Oog in Al bij de Sonneveldschool, die afgebroken werd. Daarna kreeg het een plaatsje bij de Stadsschouwburg, ter ere van de musical over zijn leven die er in première ging. En nu staat het in Lombok, in de wijk waar hij geboren is.
Alleen is het een beetje een raar standbeeld. Wim Sonneveld staat erop als vertolker van Nikkelen Nelis, een typetje uit zijn gelijknamige lied. Zo’n straatzanger met trommels op en om hen heen. Het liedje ken je vast wel. “Zij kon het lonken niet laten. Zij lonkte naar iedere man.” Een grappige song, daar niet van. Maar Sonneveld was zoveel meer dan zanger van cabaretliedjes. Hij kon prachtige ballades zingen. Melancholische nummers. Zoals de kippenveller ‘Het Dorp’, een lied dat altijd nog zeer populair is. Hij zong het gewoon als zichzelf. Zonder poespas. Was het standbeeld zo geweest, had het veel beter gepast.
‘Het Dorp’ is ook het lied dat ik als eerste zong toen we eenmaal het contract voor ons huis in Lombok hadden getekend. Op Wikipedia had ik net daarvoor gezien dat Sonneveld hier was geboren. Dus zou ‘Het Dorp’ er ook wel over gaan. Ik geloofde de zanger immers volkomen.
Ja, ik weet het. ‘Het Dorp’ is niet geschreven door Wim Sonneveld, maar door Friso Wiegersma. Maar Sonneveld zingt het heel geloofwaardig. Ik ken geen andere zanger die zo overtuigend kan zingen. Als ik hem hoor, weet ik het zeker: dat heeft de schrijver op het lijf van de zanger geschreven. Sterker nog, het gaat over Sonneveld. En zijn dorp.
En dus zag ik al zingend voor me dat Lombok een heel mooi tuinpad met hoge bomen had. Wegen met keien. En helaas ook woningen die lijken op betonnen dozen.
Toen we hier eenmaal woonden, bleek de werkelijkheid toch wat anders. Dat die ‘kar met paard’ uit het lied niet meer reed, had ik al wel verwacht. Dat de overbekende slagerij J. van de Ven er inmiddels niet meer zou zijn ook. En dat die juffrouw op de fiets allang afgestapt was, verraste me niet. Wat ik wel jammer vond, was dat er niets meer over was van dat Raadhuis met de pomp ervoor. Dat de zandweg een Vleutenseweg was geworden. En het veen en de boerderijen waren gekaapt door Leidsche Rijn. Wel fijn was dat het met die betonnen dozen meeviel. Ik heb ze niet gezien. Hoe het bezongen bankstel van Mien nu staat, gaat me niet aan. Waarschijnlijk is ze ook allang verhuisd.
Het grootste verschil met het lied was echter de sfeer. ‘Het Dorp’ is heerlijk melancholisch. Maar dat gevoel heb ik hier niet. In Lombok is de sfeer eerder gemoedelijk. Soms passievol. Veel vrolijker dan Sonneveld bezingt. Grappiger ook. Bij deze wijk past geen chanson. Maar iets pittigers. Een uptemponummer met stijl. Rumba. Salsa misschien.
Of gewoon een lekker vrolijk Nederlands nummer.
Zoals ‘Nikkelen Nelis’.
Eigenlijk past dat standbeeld prima bij deze wijk.