Het Lombokkertje is een vrolijk en vriendelijk manneke. Hij lacht naar iedereen. Maar op drie mensen die in Lombok werken was hij kwaad. Heel kwaad. Al was die woede maar tijdelijk. Als hij ze weer tegenkomt, herinnert hij er waarschijnlijk niets meer van.
Hoop ik.
Afgelopen week ging de kleine voor de tweede keer naar het consultatiebureau achter het Gezondheidscentrum Lombok. De eerste keer kreeg hij twee prikken tegelijkertijd, van een vlak daarvoor nog vriendelijke arts en assistente. Maar dat was hij blijkbaar vergeten. Want wederom ging hij vrolijk die kant op. Tevreden lag hij op het matje van de consultatie-arts. Wat een vrolijk mannetje, zei ze nog, waarna ze twee spuitjes in zijn bovenbenen deed.
Het goede humeur ging meteen over in een schreeuwbui. Van pijn, maar misschien ook van woede. Tien minuten lang huilde hij. Daarna pruttelde hij nog wat na, maar toen was het al weer over. Dat hij nog wat verhoging had, leek hem niet te deren.
En als ik hem nu zo zie liggen in de box, lijkt hij al helemaal vergeten dat hij twee prikjes heeft gehad. Vredig ligt hij daar, alsof er niets speciaals is gebeurd.
Zijn ouders lijken meer van slag. Van zijn geschreeuw.
We waren er dan ook meer mee bezig geweest dan hij.
Ja, de inentingsdagen begonnen al een weekje eerder. Met het regelen van het werk. Zorgen dat er geen afspraken waren op woensdag. Het werk verzetten naar donderdag. Want het Lombokkertje zou toch maar eens ziek kunnen worden van de prikjes. Dan zouden ze niet niet thuis willen zijn.
En ook in hun sociale contacten speelden de komende prikjes een rol. Als buurtbewoners vroegen hoe het ging, antwoordde ik dat hij prikjes kreeg. Zielig he.
En ja, dat was het ook. Eventjes. Natuurlijk had het makkelijk gekund dat hij heel ziek was geworden. En dan is het toch maar lullig als ik of mijn vrouw aan het werken of vergaderen waren.
Pas op het moment dat we de kleine weer naar de oppas-oma brachten, waren de inentingsdagen voorbij.
Maar als ik de kleine zo zie, tevreden liggend in de box, dan vraag ik me wel eens af waarom ik me zo druk heb gemaakt.
Ik weet bijna zeker dat hij volgende keer weer gewoon vrolijk meegaat naar het consultatiebureau voor een derde reeks prikken. En dat hij dan ook weer vrolijk op het matje ligt, totdat …
Of zal hij dan toch van meer dingen bewust zijn? Hij is dan immers weer een maandje ouder. Zal hij dan net zo zijn als onze poes? Als ik met haar naar de dierenarts ga voor de jaarlijkse spuitjes, wordt ze al voor de dierenartsenpraktijk zenuwachtig. In de wachtkamer gaat ze al zielig miauwen. En als de dierenarts haar uit de reismand wil halen, gaat ze helemaal uit haar dak. Want ze weet al wat er komen gaat.
Het zou wat zijn als het Lombokkertje dat ook heeft. Als hij bij het oversteken van de Kanaalstraat al zenuwachtig wordt, en al kwaad is voordat we de kamer van de arts ingaan. En eenmaal op de mat is hij helemaal niet meer te houden.
Wat een kwaad mannetje, hoor ik de arts al zeggen.
Maar goed, dat zien we dan wel.
Daar moet ik me nu niet al druk over maken.
Anders zijn de inentingsdagen alweer begonnen.