Sla over naar de inhoud

Boogerd en Dekker na La Plagne (2002)

De mooiste zege van de Rabobank Wielerploeg was die Michael Boogerd op 27 juli 2002. De Rabobankrenner won op grootse wijze de 16e etappe van de Tour de France 2002. Het etappeverslag heb ik zelf niet geschreven. Wel heb ik deze keer met de winnaar van de etappe gepraat, en met zijn ploegmaat Erik Dekker.

Rabobank Wielersite, 27 juli 2002

Michael Boogerd: ‘Ik heb niet veel gewonnen, maar als ik win is het mooi.’

‘Ik wou aanvallen, en dat heb ik gedaan. En dat is tot een goed einde gekomen’, aldus een enthousiaste Michael Boogerd een paar uur na zijn geweldige overwinning op La Plagne. Om daar eufemistisch aan toe te voegen: ‘En daar ben ik wel blij om.’

Volle bak
Al in de beklimming van de Galibier kon Boogerd niet meer wachten. ‘De situatie leende zich daarvoor. Ik wilde met een groep weg komen. Addy Engels heeft op de Galibier vol doorgetrokken. Ik zat eerst in een goede groep, maar die zaten allemaal te kloten en op elkaar te letten. Ik dacht, dit groepje heeft geen kans van slagen, en toen ben ik volle bak gegaan..’

Niet gestrand
In de afdaling kreeg Boogerd gezelschap van drie sprinters. ‘Die hebben me op het vlakke uitstekend geholpen.’ Maar zodra de klim van La Madeleine begon, stond de Rabobank-renner er alleen voor. Gelukkig waren zijn benen zeer goed, waardoor zijn voorsprong op de achtervolgers snel toe nam. Maar aan winst dacht hij toen niet. ‘Daar sta je niet bij stil. Ik wilde het zo lang mogelijk vol houden en zou wel zien waar het schip strandde. Maar het schip strandde niet.’

Nooit meer
Boogerd reed stug door. ‘Van de Madeleine tot aan de finish heb ik alles alleen gereden. Dat was de eerste en laatste keer, dit doe ik nooit meer.’ Vooral de laatste 10 km. was het zwaar voor Boogerd. ‘Een paar keer ging het nekkie eraf. Ik dacht dat ik het nooit zou redden. Van 10 naar 5 kilometer voor de finish waren de zwaarste kilometers van mijn leven. Wonder boven wonder kwam ik er weer bovenop.’

Moraal gegeven
‘Adri van Houwelingen heeft me veel moraal gegeven door constant tegen me te praten. Hij zei: Doe het! Ga geschiedenis schrijven! En dat heeft geholpen.’ Dat op het laatst Lance Armstrong er nog aan kwam, wist de renner niet. Van Houwelingen had expres niets tegen hem gezegd. ‘Maar dat had niet uitgemaakt. Op het laatst vond ik dat ik gewoon moest winnen. Al moest ik helemaal dood.’

Parkoers verkend
Boogerd hield stand omdat hij wist dat het minder erg zou worden. ‘Ik had het parkoers met Levi Liepheimer verkend. Ik wist dat de laatste drie kilometers minder steil zouden worden.’ Pas 1 km. voor de finish was de Rabobank-renner zeker van zijn zaak. ‘Maar een kilometer is lang, hoor. De laatste 500 meter werd het pas echt leuk.’ De renner werd enthousiast aangemoedigd door de supporters. ‘Maar dat was al tijdens de hele beklimming van La Plagne. Er stonden heel veel Nederlanders.’

Manier waarop
De winst in de Koninginnerit is de eerste zege van Boogerd dit seizoen. ‘Ik heb niet veel gewonnen, maar als ik win is het mooi. Ik kan het niet geloven.’ De renner kwam over de finish met kramp in zijn hele lijf. Maar het was het waard. ‘Het was verschrikkelijk zwaar en ik heb moeten knokken, maar het is een mooie. Ik mag hem bijschrijven. En het gaat ook om de manier waarop.’

Leuk rijtje
Een paar uur na zijn succes beseft Boogerd terdege wat voor prestatie hij heeft geleverd. ‘Het is niet vaak voorgekomen dat een Hollander zo’n bergrit wint. Ik sta in een leuk rijtje. Ik ben daar wel heel blij om.’ En nu feest vieren? ‘Er komt wel een feestje, maar niet te lang. Morgen moet ik weer aan de bak. We hebben iemand kort in het klassement. Een paar dagen moeten we nog door zien te komen. Maar nu is de Tour al redelijk geslaagd.’ Michael lacht.

Erik Dekker: ‘Het is een geweldige, een buitengewone prestatie.’

‘Gefeliciteerd? Ja, dankjewel. Maar ik heb er weinig aan kunnen bijdragen. Ik ben natuurlijk wel heel blij voor Michael. Het is een geweldige, een buitengewone prestatie.

Beetje stom
Ik heb Michael zien wegrijden op de Galibier, en daarna heb ik gehoord dat hij alleen zat op de Madeleine. Dat vond ik een beetje stom. Maar pas later zag ik dat het sprinters waren die hij voor La Madeleine mee had. Ik dacht op de col, je redt het niet. Maar hij heeft het wel gered. Dat is heel veel klasse.

12.738 keer
Dat Boogerd op weg was naar winst, hoorde ik toen ik bezig was met de beklimming van La Plagne. Ik heb wel 9.712 keer gehoord dat Boogerd zou gaan winnen. 9 km. voor de meet zag ik hem winnen op een beeldscherm in de ploegleiderswagen. En in het restant van de beklimming hebben nog wel 12.738 mensen gezegd dat hij gewonnen had. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat ik de eerste keer leuker vond dan de 12.000e keer.

24 sec. over
Ik had geen tijd om tijdens de beklimming te gaan juichen. We moesten op tijd zien binnen te komen. En dat is gelukt. We hadden nog 24 sec. over. De laatste vier kilometer ben ik hard gaan rijden en heb ik mee het tempo gemaakt. Dat was wel een goede zet geweest.

Geen risico’s
Dat ik tempo ging rijden, ging gepaard met luid protest van sommigen van de bus. Waar ik toch mee bezig was? Maar dat duurde maar twee minuten. Daarna begreep iedereen dat we toch moesten doorrijden om op tijd binnen te komen. Het was wel een grote groep, maar je weet niet wat de jury doet met zo’n groep. Je kunt beter geen risico’s nemen.

Goede dag
Ikzelf had vandaag een goede dag. Ik heb geen problemen gehad. Andere dagen had ik moeite om in de bus te blijven. Maar vandaag moest ik me terug laten zakken om in de bus te geraken. Ik kon harder als het moest. Maar het moest niet. We hadden nog 24 sec. over.

Formidabel
Toen ik in het hotel was, ben ik even naar Michael gegaan. Hij zag er redelijk tevreden uit. Hij heeft me uitgelegd zoals hij het gedaan had. En dat had hij goed gedaan. En dan is ook Leipheimer 6e geworden. Twee renners in de top 10 van de koninginnerit. Formidabel! Het gaat de goede kant uit.

Totaalbeeld
Ik denk dat Leipheimer nog wel een plaatsje kan stijgen in de tijdrit van zaterdag. Dan staat hij 8e. En met twee ritzeges en Michael in de top 20, zijn we een heel eind op weg om een goede Tour te rijden. Als we dan ook nog met negen man in Parijs aankomen, is dat heel apart. Natuurlijk zegt het niet zoveel als je met de hele ploeg Parijs haalt. Daar gaat het niet om. Maar in het totaalbeeld is het geweldig.’

Published inarchief