Sla over naar de inhoud

Moord op de KUB 3

Van de politie hoort de hoofdpersoon dat ene mevrouw Blouwke na zijn val zijn fiets naar het politiebureau heeft gebracht. Misschien weet zij meer, en heeft zij ook gezien dat een man midden in de nacht iets uit de vijver trok.

“Ik zeg niets”, zei Blouwke en ze sloeg de deur voor mijn neus dicht. Maar daarvoor was ik toch niet naar haar huis gelopen. “Zeg dan alleen hoe laat je hem vond”, schreeuwde ik door de gesloten deur. “Ik zeg niets”, spuwde ze terug. “Kom op, hoe laat was dat.” “Acht uur.” Aldus de koffiejuffrouw bij koffiekamer A, waar ik een cappuccino bestelde om even bij te komen. Het was even niet druk, en dus had ze tijd om mij aandachtig te bekijken. Jaja, ze had me wel herkend. Door die bult en die schrammen op mijn gezicht. Ze had me wel zien liggen, afgelopen ochtend. In mijn fiets gewrongen en een meisje dat voorover gebogen stond. Heeft u nog meer gezien?, vroeg ik meteen. Om daar aan toe te voegen: Want u ziet en hoort veel van wat hier gebeurt, hè? “Hoezo?” Ik ben iets op het spoor, fluisterde ik. Haar stem werd hoger: “Wat dan?” Ik beseft dat ik me op glad ijs begaf. Ik wist helemaal niets zeker. Misschien had ik alles wel gefantaseerd, en zou ik me veel onheil op mijn hals halen. Maar toch zei ik het, met bibberende stem. Een moord. “Een mo..”. Ze hield zich stil zodra ze mijn vinger op mijn mond zag. En ik fluisterde wat ik had gezien. En blijkbaar deed ik dat vol overtuiging. “Ja, dat moet wel een lijk zijn”, mompelde ze toen ik vertelde over dat pakje van die visser. En ja, dat meisje moet er haast wel meer van afweten. “Gossie een moord”, zei ze nog een keer. Maar ik kan niets bewijzen, natuurlijk, stookte ik. Dus vergeet het maar, u kunt me toch niet helpen, vervolgde ik terwijl ik mijn 06 op een servetje schreef. “Nee”, glimlachte ze, “natuurlijk niet”, en ze verdween meteen achter de deur, waar net ook een collega van haar naar toe was gegaan.

Lees aflevering 4

Published inarchief