Sla over naar de inhoud

Van Lindeboom tot Apollo Bioscope

Brabantse filmgeschiedenis, deel 4:
De eerste Brabantse bioscoop

Op 28 december 1895 vertoonden de gebroeders Lumière hun eerste films. Deze vertoning wordt internationaal gezien als het begin van de filmgeschiedenis. De 100ste verjaardag van film valt gelijk met de 200ste verjaardag van Brabant. Daarom besteedt Brabant Cultureel aandacht aan de Brabantse filmgeschiedenis. In vorige nummers stonden de eerste voorstelling, de eerste opnamen en de eerste regisseurs van Brabant centraal. In deze aflevering de eerste Brabantse bioscoop. De eerste bioscoop ter wereld werd al in 1896 geopend, en stond in Amerika. De eerste bioscoop van Brabant opende zijn deuren in 1908, en stond in Tilburg.

Op het moment dat Albert en Willy Mullens als de Alberts Frères grote successen boekten met hun reisbioscoop, verschenen in Nederland de eerste vaste bioscopen. Deze bioscopen waren in opkomst omdat veel exploitanten van film hun visie veranderden. Niet langer werden steeds dezelfde films aan een ander publiek vertoond, maar nieuwe films aan hetzelfde publiek. Wat meetelde bij deze koerswijziging, was dat een vaste vertoningsplaats veel goedkoper was: het scheelde in energie en transportkosten.
In 1903 werd het Rotterdamse Tivoli opgericht, drie jaar later gevolgd door het Bijou Biograph Theatre te Amsterdam en de Salon Cinémato-Français te Den Haag. Weer twee jaar later werden in Tilburg voor het eerst filmvoorstellingen in een gebouw gegeven.

Lindeboom
Wegens het grote succes besloot de eigenaar van café de Lindeboom de heer Deveneijns het jaar daarop weer films te draaien. Hij doopte zijn zaal tot ‘Tilburgsche bioscope’ en liet ‘op het programma nummers voorkomen die speciaal voor tilburgers aantrekkingskracht zullen hebben en interessant beloven te worden.’ (Nieuwe Tilburgsche Courant, 1 september 1909). Inderdaad vonden de Tilburgers ‘De cavalerie van Pinerio’, ‘Vergiftige Bloemen’, ‘Drama in een onderzeesche boot’, ‘De bruiloft van het Krukkenmannetje’, ‘Mijn broek is gescheurd’ en andere ‘nummers’ zeer interessant. Mede omdat ‘de prijzen niet hoog gesteld zijn en men dus een uitvoering zonder groote onkosten licht eens mee kan maken’ werd de bioscoop goed bezocht. Zo goed dat de heer Deveneijns de zaal ook na de kermis open hield.

Apollo
Zo werd de eerste ‘echte’ bioscoop geboren en waren er in Tilburg het hele jaar films te zien. Een paar jaar later werd de naam ‘Tilburgsche bioscope’ veranderd in ‘Apollo Bioscope’. Deze naam is voor het eerst te lezen in de Tilburgsche Courant van 29 augustus 1911. Grote trekpleister in die dagen was de film ‘Het slachtoffer van den Alcohol’. Vooral de explicateur, de heer Gustaaf de Jongh, had groot succes. Hem werd ‘door eenige drankbestrijders een lauwerkrans aangeboden voor zijne leerrijke en duidelijke explicatie.’ Gustaaf de Jongh was één van de kleurrijke explicateurs die misschien nog wel meer publiek trokken dan de film zelf. Dat veranderde totaal met de komst van de geluidsfilm. Meer hierover in het vijfde en laatste deel van de ‘Brabantse filmgeschiedenis’.

Bron: Brabant Cultureel, 1996

Published inarchief