Sla over naar de inhoud

Voor kermisbezoekers en de burgemeester

Brabantse filmgeschiedenis, deel 1:
De eerste filmvertoning in Brabant

Op 28 december 1895 vertoonden de gebroeders Lumière hun eerste films. Met deze vertoning begon de filmgeschiedenis. In verband met 200 jaar Brabant zal Brabant Cultureel aandacht besteden aan de filmgeschiedenis in Brabant, een geschiedenis waar weinig van bekend is. Achtereenvolgens zullen de eerste speelfilmregisseur, de eerste opnamen, de eerst bioscoop en de eerste geluidsfilm in Brabant worden besproken. Maar nu eerst het moment waarop ook de algehele filmgeschiedenis begon: met de eerste vertoning.

Precies 161 dagen nadat de gebroeders Lumière in Parijs hun filmpjes vertoonden, vond in het Scheveningse Kurhaus de eerste Nederlandse filmvoorstelling plaats. Pas in 1899 konden Brabanders met het nieuwe fenomeen kennis maken. Zowel in Kaatsheuvel, Tilburg als in Breda konden bezoekers naar deze ‘zevende muze’ kijken. De exacte data zijn niet bekend, waardoor het niet uit te maken is waar de eerste Brabantse filmvoorstelling werd gehouden.

Slieker en Benner
Misschien was het wel in Kaatsheuvel, waar de kermisexploitant G. Christiaan Slieker gedurende de kermisdagen een bovenzaaltje had betrokken. Slieker had al in 1896 een projectietoestel en een paar filmpjes gekocht, die hij aan de man bracht als ‘Edison‘s Ideaal weergegeven door den Kinematograaf van Lumière’. Eerst stond hij op de kermis van zijn woonplaats Leeuwarden, waarna hij heel het land door trok. Zijn collectie filmpjes groeide gestaag. Een paar van zijn films waren opgenomen door de Amsterdamse fotograaf M. H. Laddé, andere door George Méliès uit Frankrijk. Zo kon hij de toeschouwers een gevarieerd aanbod voortoveren. In Kaatsheuvel bestond zijn programma uit vijf filmpjes: ‘De uitgang van de St. Josephkerk te Delft’, ‘Kroningsfeesten te Amsterdam’, ‘Wreeden Christenmoord in Turkije’, ‘Oorlogen tusschen de Fransche zouaven en de wilde volksstammen in Algerië’ en ‘Oorlog tusschen Spanje en Amerika’.
De bezoekers stroomden toe. Ze konden nu zelfs beelden zien uit verre landen. Dachten ze. In werkelijkheid bestond bijvoorbeeld ‘Wreeden Christenmoord in Turkije’ uit gereconstrueerde scènes uit de Grieksturkse oorlog, die Méliès in zijn tuin had opgenomen.
Waarschijnlijk zal Karel Benner in Tilburg dit populaire filmpje ook vertoond hebben. De heer Benner stond op de kermis met zijn ‘Théâtre Bioscope’. Het precieze programma is niet bekend, maar waarschijnlijk verschilde het niet veel van wat Slieker liet zien. In tegenstelling tot Slieker was de reizende bioscoop van Benner geen succes. Door de concurrentie uit Kaatsheuvel kwamen weinig mensen naar zijn reizende bioscoop. Het nieuwtje was er vanaf.

Gebroeders Mullens
Niettemin kwamen in Tilburg nog altijd meer mensen kijken dan in Breda. In de woning van de familie Mullens keken burgemeester Guljé en enkele notabelen naar de eerste films. Deze opnames had de familie uit Frankrijk meegenomen. In 1898 hadden mevrouw MullensVerpoort en haar zonen Albert en Willy in Parijs een tentoonstelling bezocht, waar zij de Cinématographe Lumière te zien kregen. Aangestoken door het grote enthousiasme van haar zonen, besloot mevrouw Mullens door te reizen naar Lyon, waar ze bij de gebroeders Lumière een projectieapparaat en enkele filmpjes kocht. Met hun kort daarna georganiseerde voorstelling voor de burgemeester waren de gebroeders Mullens in ieder geval de eerste Brabanders die een weliswaar select publiek lieten kennismaken met dit nieuwe medium. Hierbij bleef het echter niet. Kort na de privévoorstelling kochten ze een kermistent en volgden talrijke tournées door Nederland, België, Luxemburg en NoordFrankrijk. Onder de naam AlbertFrères werden Albert en Willy Mullens al gauw een begrip in de Nederlandse filmwereld.
Meer hierover in het tweede deel van de ‘Brabantse filmgeschiedenis’.

Bron: Brabant Cultureel, 1996

Published inarchief