Sla over naar de inhoud

De magiër en de vuilnisman

De magiër en de vuilnisman_Joost MangnusNatuurlijk zegt het niets over zijn latere baan als een peuter ergens heel geïnteresseerd in is. Ik kan het weten. Toen ik de eerste keer op een boot zat, wilde ik kapitein worden (hoe zeeziek ik ook was). Toen ik later bij de begrafenis van opa mijn oom in zijn café hielp, wilde ik ober worden. En later dat café overnemen. Maar daar is niets van gekomen.
Dat wil echter niet zeggen dat een kinderwens nooit ingewilligd wordt. Nadat ik had besloten om toch geen ober te worden, wilde ik schrijver worden.
Dus wie weet, worden de Lombokkertjes wel magiër en vuilnisman.
Om met de laatste te beginnen.

Zeker te weten zie ik mijn zoon graag professor worden. Fysiotherapeut. Sterrenkok. Rechter. Schrijver, ook goed. Maar het allerliefste zie ik hem gelukkig worden. En als hij dat wordt door vuilnisman te zijn, moet hij dat vooral gaan doen.
Dan moeten de vuilnismannen hem wel blijven interesseren. Nu vindt hij hen in ieder geval heel interessant. Op vrijdag wil hij de vuilniswagen niet missen. Als hij thuis de vuilniswagen hoort, loopt hij meteen naar het grote raam van onze woonkamer, op de eerste etage. Daar heeft hij een goed zicht op de wagen en die sterke mannen die al die zware zakken in de wagen gooien. “Hoepla”, zegt hij bij elke zak die in een sierlijke boog de wagen in valt. En daarna wijst hij de vuilnismannen de weg. “Daar! Daar moeten jullie naartoe.” De vuilnismannen weten al dat hij er staat, ze zwaaien naar hem en steken hun duim omhoog voor zijn advies. Dat doen ze ook als het oudste Lombokkertje vrijdag ’s morgens niet binnen is, maar buiten in de speeltuin. Als hij de speeltuin uitrent om naar de sterke mannen te zwaaien, lachen ze hem al toe. Een van hen heeft hem al omgedoopt tot grootste kleine fan.

Het jongste Lombokkertje heeft ook zo haar fans. Dat heeft ze natuurlijk al vanaf haar geboorte, met haar lieve koppie, haar lach en haar opgeruimde karakter. Maar onlangs bij Kopi Susu stal ze echt het hart van een paar van onze vrienden. Met hen waren we aan het genieten van een Indische hightea. Wat onze dochter toen deed verbaasde niet alleen onze vrienden, maar ook ons zelf. Dit hadden we niet van haar verwacht. Sterker nog, dit konden wij zelf niet. En Hans Klok zou het alleen maar kunnen na lang oefenen. Of met heel veel illusie. Maar wat zij deed, was geen nep. Geen tovenarij. Geen show. Dit was 100% van haar en door haar.
Het begon allemaal met een kopje hete thee dat ik zo ver mogelijk weg zette, zodat zij er met haar armpjes niet bij kon. Ik zette de thee in het midden van de tafel, op het uiterste puntje van een papieren placemat. Het jongste Lombokkertje deed geen poging om het theeglas te pakken. In plaats daarvan pakte ze razendsnel de placemat en begon er ineens hard aan te trekken. Zo hard dat de placemat onder het theeglas roetsjte. En dat theeglas … dat bleef gewoon staan.

Eerst waren we allemaal met stomheid geslagen. Daarna lachten we hard. Maar het jongste Lombokkertje deed alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Zoals magiërs dat doen. Want ja, dat is ze. Dat heeft ze wel bewezen op die zondagmiddag. Wie weet, verdient ze later wel haar geld met magie. Natuurlijk bij Kopi Susu, de plek waar ze haar roeping ontdekte. En de plek waar ze zich zo vertrouwd voelt dat bijna alles er lukt. En als ze een keer brokken maakt, kan haar broer die mooi bij elkaar vegen en in de vuilniswagen gooien.

Als dat tenminste op een vrijdag gebeurt. Want dan maakt hij zijn ronde in Lombok. Die wel even langer zal duren dan vandaag de dag. Vanwege de uitgebreide pauze die het oudste Lombokkertje neemt bij Kopi Susu. Want daar moet hij elke vrijdag naar binnen. Hij is niet anders gewend. En nu zijn zus daar haar magische shows heeft, wil hij er helemaal wat langer zijn. Samen bestellen ze een koffie verkeerd, zoals ze hun pappa zo vaak hebben zien doen. Soms bestelt ze een thee. Voor de gein. Deze zet ze dan op een placemat. Wanneer hij doet alsof hij deze placemat er onderuit trekt, pakt zij zijn veger beet. Maar hij trekt niet. En zij maakt niet schoon. Zij is de magiër, hij de vuilnisman. En allebei heel gelukkig, daar in Kopi Susu. En pappa helemaal.
Zeker te weten.

Published in2014