Sla over naar de inhoud

De eerste keer (steeds weer)

Een geluksvogel. Dat is het Lombokkertje. Hij is niet alleen hier geboren, maar groeit hier ook op. Vooral in de eerste jaren lijkt me dat fantastisch. Ik heb dat zelf helaas niet meegemaakt. Tja, ik moest het in mijn eerste jaren doen met Zevenbergen. Een leuk dorpje hoor, met heel leuke mensen (mijn familie leest dit ook). Maar het is geen Lombok. 
Om over Eindhoven maar te zwijgen.

Tja, die paar jaar dat ik er woonde voordat mijn ouders met mijn brussen en mij naar Nuenen verhuisden, waren ook best fijn.
Maar ja, het is toch wel heel anders dan hier opgroeien.
Pas toen ik in mijn late dertig was, verhuisde ik naar hier. 
Dan heeft onze kleine het toch beter voor elkaar.
Toen hij echt een beetje ging zien, was hij al in Lombok.

In de wandelwagen ziet hij nu Lombok. In de draagzak ziet  hij Lombok. En ook in de baby Björn.
Omdat zijn blikveld steeds verruimt, ziet hij steeds meer. Ziet hij steeds weer iets nieuws van Lombok. En ziet hij steeds weer iets voor de eerste keer.
Dat lijkt me toch wel genieten. 
Hoe vaak hij onze straat ook ziet, er blijft iets nieuws. En omdat hij ook de straatbewoners steeds beter ziet, blijven zij ook nieuw. Net als de bomen op het Bankaplein en de huizen aan de Abel Tasmanstraat. Het interieur van de MCD. Van Kopi Susu. En ook met de aardige mensen die er werken (ja, zij lezen dit ook) maakt hij eigenlijk steeds opnieuw kennis.

Eigenlijk wel een gaaf idee, dat Lombok zich zo openbaart. Maar dat moet ook wel hier. Als hij alles in een keer zou zien, zou dat misschien wel teveel zijn. Dan komt er voor zo’n jongetje echt teveel moois naar binnen. Voor je het weet, heeft hij een soort van Stendhal-syndroom, net als die kunstliefhebbers die een te grote veelheid aan schoonheid niet kunnen verwerken. 
Alleen zou het hier dan het Lombok-syndroom heten.
Het Lombokkertje met het Lombok-syndroom. 
Klinkt goed.
Maar liever niet.
Toen ik hier als bijna veertiger kwam wonen, kon ik het bijna niet aan.
Nee, dan is het beter dat hij alles beetje voor beetje in zich opneemt.
Dat is al goed genoeg.
Ook voor mij.
Want zo zie ik steeds zijn lach, als hij iets bekends weer voor de eerste keer ziet. 
Dat is echt genieten.
Ja, dat maakt ook mij een geluksvogel.
Een jaloerse geluksvogel, dat wel.

 

Published in2011