Sla over naar de inhoud

Kriebels en kleuren

1.
Geweldig om dat wit daar weer te zien.
En dat roze is er ook weer.
De lentekleuren zijn er. Eindelijk.
En dan automatisch ook de lentekriebels. Ik krijg meteen zin om romantisch buiten te eten aan de werf. Om te wandelen. Om te feesten. Om een boek te schrijven. Of om met vrienden op een terrasje wat te gaan zitten.
Maar in een ding zal ik nooit zin krijgen.
Tuinieren.
Wat dat betreft komt het mooi uit dat we enkel een terras hebben.
Al moet daar ook wel wat aan gedaan worden.
Eigenlijk.
Maar altijd nog minder dan in een tuin.

2.
Nee, groene vingers heb ik niet.
Vroeger wel.
In mijn eerste jaren vond ik gewoon de kleur groen heel mooi.
Alles moest groen.
De muren, de meubels, alles.
Niets was veilig voor mijn vingers met groene verf.
Later bleek ik in de tuin groene vingers te hebben.
En groene armen.
Groene knieën.
Groene kleding.
Ik vond niets leuker dan lekker in het gras te rollebollen.
Maar het maaien vond ik een stuk minder.
Om maar te zwijgen over het onkruidtrekken.
Maar ook van bollen planten of plantjes aftoppen werd ik niet vrolijk.
Nog steeds niet eigenlijk.
Mijn tuin in Eindhoven mis ik dan ook helemaal niet. Een terras vind ik veel handiger.
Ook hier hebben we wel plantjes. Netjes in potten. Maar dat is wel wat anders dan in een tuin.
En eerlijk is eerlijk, vooral mijn vriendin is er mee bezig.
Niet dat ik er niks mee heb.
Ik kijk er graag naar.

3.
Er valt deze lente al volop te zien. De plantjes in de potten komen op. En in de straten zie ik de natuur opbloeien. En de bloesems komen.
Ik vind weinig dingen zo mooi als bloesem. Zoals die witte op het Muntplein. En die roze op de Leidseweg. Prachtige kleuren.
Maar wat voor bomen het zijn, weet ik niet. Natuurlijk kan ik het wel opzoeken , of het vragen. Maar dat vergeet ik dan toch meteen weer.
Ik heb gewoon geen hoofd voor plantennamen. Voor bomensoorten. Zelfs als er iets uitvalt, weet ik niet wat het is. Als het een bolletje is, noem ik het al snel kastanjes. En die bomen zijn dan kastanjebomen. Zoals de kastanjebomen in onze straat (zie Columbus), die dan hazelaars blijken te zijn. Of hoe heten die bomen die hazelnoten laten vallen…
Nu ik dit zo schrijf, twijfel ik of het wel hazelnoten zijn…
Maar wat dan wel? Ik weet het echt niet meer.
Maar ach, ik zit er niet mee. Als ik in de beginnende lente maar kan genieten van de kleuren. Van roze, van wit, en vooral van het frisse groen.
Nee, niet die van mijn vingers. Maar dat had u waarschijnlijk al begrepen.

Published in2010