Al bijna anderhalf jaar woon ik hier nu, maar ik weet nog steeds niet hoe ik afscheid moet nemen. Dat ik niet weet hoe ik in het Turks en Marokkaans moet groeten is nog tot daar aan toe – al had ik dat ondertussen wel kunnen leren – maar ik weet ook niet hoe dat in het Nederlands moet doen. Moet ik hier nu ‘doeg’ zeggen, of ‘doei’. Of ‘hoi’ (maar wat moet ik dan bij binnenkomst zeggen?) Het is me nog steeds niet duidelijk. En dat maakt me wel onzeker. Ik heb constant het gevoel dat ik het verkeerd doe.
Dat had ik in Eindhoven nooit.
Daarom moet ik maar eens met een notaris op stap.
Het zal wel even wennen zijn als ik een tijdje lang niet in mijn uppie boodschappen kan gaan doen. Als ik niet meer alleen naar Kopi Susu kan gaan, maar altijd vergezeld wordt door die notaris. En zul je net zien, moet ik ook nog zijn koffie verkeerd betalen.
Maar goed, wat moet dat moet. Zolang ik maar kan groeten zoals iedereen dat hier doet.
Of beter gezegd, zoals iedereen doet zoals ik gewend ben.
Gewoon ‘houdoe’ zeggen als je weg gaat .
Eerlijk gezegd gebruik ik dit woord hier altijd nog. Meestal gevolgd door ‘… o nee … doeg … eh .. doei’. En dat wordt dan meestal weer gevolgd door gegrinnik van de ander. Ik weet dan niet zo goed waar ze om lachen. Om mijn toevoeging? Of om dat ‘houdoe’?
Maar dat is toch niet om te lachen? Het is gewoon een mooi woord, dat gezellig klinkt. En dat vind ik niet alleen. Onlangs is dit woord uitgeroepen tot het mooiste Brabantse woord. En dat door een zeer objectieve jury, die louter bestond uit Brabanders.
En zeg nou zelf, het klinkt toch ook vriendelijk. Vriendelijker dan doei of doeg. Vooral met die harde g’s hier. Het lijkt me sterk dat ik de enige ben die er zo over denkt. Klank is immers niet gebonden aan een grens. Maar om de een of andere manier lukt het me niet om de Brabantse groet hier verspreid te krijgen.
Dus moet ik het anders doen. Een prijs uitreiken voor het gebruik van ‘houdoe’. Een koffiebon voor Kopi Susu kan een leuke prijs zijn. Of een cadeaubon voor de Wonderwinkel. Of gewoon het boek ‘Een jaar Lombok’. Maar ja, ik kan moeilijk iedere Lombokker die dat zegt, een prijs geven. Dat is wel goed voor de oplage, mar niet voor mijn portemonnee. Dus geef ik gewoon een prijs aan elke 10e Lombokker. Maar hoe doe ik dat zo eerlijk mogelijk? Hoe voorkom ik dat ik door een geeuw een ‘houdoe’ mis? Of door een stotteraar van slag raak?
Inderdaad, door een notaris.
Met een stapel boeken onder mijn arm zal ik door de wijk lopen, op de huid gezeten door de notaris met een schrijfblokje in zijn ene hand en een pen in de andere hand. Na tien streepjes zegt hij steeds ‘ja’. Dat is genoeg. Ik denk dat we zoveel aandacht trekken, dat mensen automatisch naar ons toe gaan en de groet uitspreken. De notaris hoeft me dan ook maar een paar maanden te vergezellen. Daarna zit bij iedereen hier de groet er zo in, dat ik wel zonder hem afkan.
Het zou mooi zijn als ook de Turkse en Marokkaanse buurtbewoners deze groet gaan gebruiken.
Dan kan ik niet alleen met een zeker gevoel afscheid nemen, maar spreken we ook allemaal dezelfde taal. Als dat de samenhang in de wijk niet ten goede komt, weet ik het ook niet meer.
En dat allemaal door:
Houdoe!
