Sla over naar de inhoud

Bruid op de brug

Eigenlijk viel het een beetje tegen.
Eigenlijk had ik gehoopt dat alle bewoners van onze straat naar buiten zouden gaan. Of op zijn minst uit het open raam zouden hangen. En dan maar joelen en applaudisseren naar ons.
En dan vooral naar de bruid.
Alleen al zij had deze aandacht verdiend, in haar prachtige bruidsjurk.
Maar helaas, de deuren en ramen bleven dicht.
Pech voor hen.
Ze hebben echt iets gemist.

Er zijn, denk ik, weinig vrouwen die twee keer hun bruidsjurk aan kunnen doen. Mijn vrouw wel. Een keer tijdens de echte bruiloft in Venetië op 14 mei. En de andere keer 15 dagen later voor ons feest in het Geldmuseum. Een feest voor ooms, tantes, neven, nichten, vrienden en kennissen die er niet bij waren in Venetië, maar met wie we toch graag een trouwfeest wilden vieren.
En daar liepen we de 29e dan, van ons huis naar het Geldmuseum.
Zonder begeleidend geschreeuw en gejoel.
En ook zonder hordes fotograferende toeristen. Op 14 mei waren ze er wel. Japanners, Amerikanen, Fransen, Chinezen. We zijn die dag wel tientallen keren vereeuwigd door toeristen van overal. Het leek wel of we specialer waren dan de Canal Grande, het San Marcoplein, de Rialtobrug bij elkaar.
Een grappig idee, dat we de hele wereld over zijn gegaan, in de gondel, met maskers op. En dat we daarna ook zijn bekeken door de vrienden en familieleden van de fotograferende toeristen. Een typische Venetiaanse bruiloft, hoor ik de fotografen al zeggen.
Weten zij veel.

Maar goed, 15 dagen later liepen we naar het Geldmuseum voor een typisch Lombokse bruiloft. Want Lombokkeriger kan niet, met twee Lombokkers – wel import, maar toch – die over de Abel Tasmanbrug naar het Geldmuseum flaneerden.
Nou ja, flaneerden …
Het zag er even wat minder romantisch uit, omdat we onze handen vol hadden met dozen en tassen. Want tja, een feest in Nederland hield in dat we bloemen en cadeautjes meenamen voor de gasten, en een gastenboek voor hun gelukwensen. Bovendien hadden we nog cd’s bij met onze favoriete muziek.
En nog meer van dat soort dingen.
We waren zo aan het sjouwen dat we vergaten te poseren bij de Abel Tasmanbrug. Aan de ene kant wel jammer, want zo’n fotoshoot op die brug zou mooie plaatjes hebben opgeleverd, en het bewijs dat ik toch echt in de straten van Lombok – nou ja, in één straat – een stropdas had gedragen. Maar aan de andere kant is het wel goed zo.
Goed zo voor de brug.
Hij zou er toch maar bekaaid van af zijn gekomen, zo samen met de bruid en haar prachtige jurk.

En zo staken we met onze handen vol de Leidseweg over, richting het Geldmuseum, waar we net op tijd waren om de eerste gasten te verwelkomen. Er zouden nog veel vrienden en familieleden volgen. Stuk voor stuk waren ze enthousiast over de locatie, over de ruimtes en apparaten van het Geldmuseum die voor iedereen open bleven, over het lekkere eten en over de leuke sfeer. Maar het meest waren ze wel te spreken over de jurk van de bruid.
Ik weet het, ik ben niet geheel objectief. Maar als iedereen mijn vrouw er zo geweldig vindt uitzien, zal het toch wel zo zijn.

Published in2010