Sla over naar de inhoud

Zoef de Haas

Officieel ben ik tien dagen te vroeg geboren. Maar officieus een paar uur te laat. Want als ik er iets eerder was geweest, had ik nog mee kunnen maken dat PSV won van SK Rapid Wien. En dat Zoef de Haas scoorde.
Tot een jaar of tien geleden zei Zoef de Haas mij helemaal niets. Maar toen verscheen er in het Eindhovens Dagblad een artikel waarin de toenmalige PSV’er Dennis Rommedahl met Zoef de Haas werd vergeleken. Dit bleek de bijnaam te zijn van Bent Schmidt-Hansen, een Deen die vanaf 1967 tot en met 1975 bij PSV speelde. Hij was vooral beroemd vanwege zijn snelheid. Vandaar zijn bijnaam Zoef de Haas. Of Zoef Zoef. Maar de Deen was meer dan een hardloper. Volgens het PSV-naslagwerk ‘Voor rood-wit gezongen’ was hij niet alleen pijlsnel, maar ook doelgericht en makkelijk scorend. Hij werd dan ook snel de publiekslieveling.
Zijn beste voetbal speelde de Deen in de jaren 1968, 1969 en 1970. Een van zijn betere wedstrijden speelde hij op 1 oktober 1969. PSV speelde toen thuis in eerste ronde van de Cup’s Winner Cup tegen SK Rapid Wien. De onnavolgbare Schmidt-Hansen scoorde twee keer. Beide doelpunten vielen in het laatste half uur.
Als ik op deze 1 oktober twee uur eerder was geboren, had ik er zeker iets van meegekregen. Dat kan niets anders. Mijn zicht was waarschijnlijk nog niet goed genoeg geweest om de beelden te onderscheiden, maar het gejuich en de enthousiaste commentator waren vast niet te missen. Al vermoed ik dat ik onbewust ook in mijn moeders buik van deze PSV-prestatie heb genoten. Misschien schudde mijn moeder wel bij het juichen. Hoe het ook zij, ik wilde eruit, hoewel ik officieel pas over tien dagen was uitgerekend. En floeps, daar was ik, ruim op tijd, maar iets te laat.

Eigenlijk ben ik vanaf dat moment al PSV-supporter. Eerst sluimerend, maar vanaf mijn 16e fervent. Vanaf januari 1986 heb ik een seizoenskaart. Het begon met een seizoenskaart voor een half jaar die ik van de Sint had gekregen. Alleen in de periode dat Aad de Mos trainer was (bekend van het A.A.D.-systeem: Achter Alles Dicht) had ik even geen kaart, maar alle andere jaren wel. Honderden wedstrijden heb ik gezien in het Philips-stadion, waarvan een hele hoop saaie. Maar dat maakt niet uit. Het gaat ook om de gezelligheid. Samen met een vriend naar het voetbal toe, vaak vantevoren wat eten of na afloop wat drinken. En gebeurt er even niets op het veld, dan is er altijd wel wat bij te praten. En samen mopperen heeft ook wel wat.

Veel hebben we zo’n vijf jaar geleden gemopperd op Dennis Rommedahl, die van 1998 tot 2004 bij de Eindhovense club speelde. Net als zijn landgenoot en voorganger was Rommedahl supersnel. Veel van zijn acties liepen echter op niets uit. Maar het was wel leuk om hem in je ploeg te hebben. Er gebeurde ten minste iets. Of hij nu in vorm was of niet, Rommedahl probeerde wel de tegenstander voorbij te gaan en een goede pass te geven. In de seizoenen 2000/2001 en 2001/2002 was de Deen, achteraf gezien, best wel succesvol. Hij won twee keer het aangeversklassement, en scoorde in een seizoen zelfs 12 keer. De vergelijking met Zoef de Haas stamt uit deze tijd. Of dat terecht is weet ik niet zeker. Ik heb de eerste Zoef nooit gezien. En de laatste drie jaren bij PSV bakte hij er weinig van. Als een Don Quichot in voetballand snelde hij zijn ondergang bij PSV tegemoet.

Al eindigde hij dan wel beter dan de echte Zoef de Haas. Schmidt-Hansen werd steeds trager, en kreeg allerlei blessures. Dat bleek uiteindelijk door een rugblessure te komen die pas na twee jaar ontdekt werd. In 1975 moest hij noodgedwongen stoppen, 29 jaar oud. De bijna 30-jarige Rommedahl speelt nog steeds. Van PSV werd hij getransfereerd naar het bescheiden Charlton Athletic uit de Engelse Premier League. Toch niet echt een toptransfer. Daarna ben ik hem uit het oog verloren. Totdat hij een jaar geleden uit de anonimiteit werd gehaald door Ajax. Nota bene door Ajax.

Eigenlijk hoort een Zoef de Haas alleen een PSV’er toe. De enige echte club van Schmidt-Hansen was die uit Eindhoven. Dat Rommedahl naar Engeland ging, was nog tot daar aan toe. Maar als hij al terug zou komen naar Nederland, dan naar PSV. Dat Rommedahl tien jaar geleden niets had met de bijnaam ‘Zoef de Haas’ doet er niet toe. Dat hij nog steeds het niveau heeft van de laatste jaren bij PSS, maakt ook niet uit. De bijnaam hoort gewoon bij de historie van PSV.

Maar goed, Rommedahl ziet dat anders. Waaruit maar duidelijk wordt dat de bijnaam ‘ Zoef de Haas’ eigenlijk heel ongepast is. Nee, neem dan Bent Schmidt-Hansen. Voor hem was er in Nederland maar een club. Het is ook de enige club waarvoor hij buiten Denemarken speelde. Zeg je Zoef de Haas, dan zeg je PSV. En zeg je PSV, dan zeg je Zoef de Haas. Nou ja, ik dan. Want bij hem begon mijn passie voor de club.
Ook als in Utrecht woon, blijf ik naar deze club gaan. Aardig wat vrienden begrijpen dat niet, en verklaren met voor gek dat ik al die zaterdagen op en neer reis naar Eindhoven. Maar ik kan er eigenlijk niets aan doen. Het zit gewoon al in me vanaf mijn geboorte. Of eigenlijk ietsje eerder.

Published inpre-lombok