(Hier nog een oudje die ik pas heb teruggevonden. Ik wist nog wel dat ik dit lied had geschreven. En nu – 13 jaar nadat ik het geschreven heb – is het thema wel weer actueel. Met dank aan de minister-president.)
(De gemiddelde Nederlander:)
Het voorspellen van het weer
In onze lage landen
Laat de heer Krol keer op keer
In leugentjes verzanden
Hij heeft echt alleen gelijk
Als hij voorspelt veel regen
Ziet hij zon, dan scheurt de dijk
want‘t water is gestegen
Geef mij maar een provinciaal
Zo‘n man in‘t verre Drenthe
Vindt een vogel op een paal
en ziet een mooie lente
(De gemiddelde Nederlander:)
Praat niet over politiek
Ze zorgen voor de rijken
En ze dulden geen repliek
Je staat toch raar te kijken
Als je ziet wat je betaalt
Aan al die grote lasten
Terwijl Nederland verschraalt
Maar door die Haagse Gasten
Daaraan toch niets wordt gedaan
Geef mij maar strenge machten
Een dictator met kompaan
Je weet wat te verwachten
In Nederland is het gekanker
Te beschouwen als een anker
Voor de hele maatschappij
Want Nederland is te herkennen
aan het zeuren, aan het jennen
Ieder speelt een rol daarbij
Het land is niet te onderscheiden
Van België en contreien
Als we waren kankervrij
(De gemiddelde Nederlander:)
Zwijg toch over de T.V.
Daar is niet naar te kijken
Vroeger viel het nog wel mee
Maar nu zal men bezwijken
Aan de rotzooi op de buis
‘t Is tele maar geen visie
Kwissen houden me niet thuis
Of series met polisie
Kwalitatief staan we stil
Het scherm is een groot lijden
‘t Enige dat ik zien wil
is goede, slechte tijden
In Nederland is het gekanker
Te beschouwen als een anker
Voor de hele maatschappij
Want Nederland is te herkennen
aan het zeuren, aan het jennen
Ieder speelt een rol daarbij
Het land is niet te onderscheiden
Van België en contreien
Als we waren kankervrij
(Willem Frederik Hermans:)
Taalbeheersing is hier slecht
Men schrijft niet zonder fouten
Spreken? ik zeg zeer terecht
Daarover, ongezouten:
‘t Is al Engels wat je hoort
Het Hollands liet het leven
Sinds pop onze rust verstoort
Waarom blijft men niet streven
Naar onz‘ klank in pracht en praal
Ik breng dus nu te berde:
De verloedering van taal
is ja in één woord merde
In Nederland is het gekanker
Te beschouwen als een anker
Voor de hele maatschappij
Want Nederland is te herkennen
aan het zeuren, aan het jennen
Ieder speelt een rol daarbij
Het land is niet te onderscheiden
Van België en contreien
Als we waren kankervrij