Sla over naar de inhoud

Familie-uitje

Natuurlijk hadden we afgelopen zaterdag ook naar de Efteling kunnen gaan. Maar ja, dan moet je eerst een uurtje in de auto zitten, om vervolgens voor € 65 rond te lopen met twee gastjes die eigenlijk nog te jong zijn voor zo’n pretpark. Terwijl de jongste daar lekker in de buggy slaapt, vindt de oudste de frietjes die hij ’s middags krijgt het allerleukste van de hele dag.

Natuurlijk hadden we ook naar de dierentuin kunnen gaan. Dat vindt de oudste in ieder geval wel leuk. Al zou hij de wagentjes van de dierenverzorgers leuker hebben gevonden. Of het speeltuintje. Voor de dieren zou hij even belangstelling hebben. Totdat hij merkt dat hij ze niet kan aaien. En al helemaal niet achterna kan zitten. Dan kan hij beter in de buurt aapjes kijken.

Natuurlijk hadden we ook naar het museum kunnen gaan. Omdat het GeldMuseum dicht is (sorry, heb ik het er toch weer over), blijft eigenlijk alleen het Dick Brunahuis over. Maar ja, voor een Nijntje-verzameling hoeven de twee Lombokkertjes het huis niet uit. En als die boekjes in verschillende talen, dat snappen ze toch niet. En voor andere musea zijn ze nog te klein.

Dit soort uitjes zijn het dus niet geworden. We hebben het wat dichterbij gezocht. Nee, we zijn niet naar Kopi Susu, het speeltuintje aan de Bankaplein, bij de molen of in het Park Oog in Al geweest. Daar zijn we nu al zo vaak geweest met zijn allen dat dat familietradities zijn. En we dat niet meer zien als uitjes. Want uitjes moeten speciaal zijn. Iets zijn dat je niet elke week doet. Maar hoogstens een paar keer per jaar.
Zoals het bezoek aan de kapper op de Leidsekade, afgelopen zaterdag.
Smit Kappers, om precies te zijn.
Dat was echt een familie-uitje om de hoek.
O ja, het kost ook wel wat, de twee kinders laten knippen, de pappa nog kaler maken en de mamma nog mooier. Maar ja, vergeleken met de Eftelingtickets plus de kosten voor benzine, lunch, versnaperingen en veel souvenirs valt het wel mee.

Bovendien word je mooier van een bezoek aan de kapper. En een bezoek aan de Efteling staat daar niet om bekend. Daar word je hooguit vrolijker van. Maar dat effect heeft een kappersbezoek ook. Bovendien word je daar trotser van. Als ouder dan.

Bij de kapper kregen we veel aandacht. Van de twee kapsters die ons viertjes knipten. Van mevrouw de kapster. Maar ook van de andere klanten. Ik weet het, die belangstelling was niet voor mij en mijn vrouw, maar voor de twee kleintjes. De jongste stal de show met haar uiterlijk en haar lach. De oudste met zijn gepraat en geloop. Als hij al niet aapjes aan het kijken was. Die dames met die droogkappen waren toch wel heel speciaal. Of anders die puber, die door onze zoon vergat om ongeïnteresseerd te zijn en lekker kiekeboe ging spelen.

Voor zijn show werd ons oudste Lombokkertje – terecht – goed beloond. Hij smulde heerlijk van zijn drie (!) mariakoekjes. Ook zijn vader en moeder kwamen er goed vanaf, met een lekkere koffie en grappige gesprekken. En met een trots gevoel. Omdat hun twee kinderen weer lieten zien echte lieverds te zijn.

Alle vier verlieten we – kort geknipt en goed gemutst – het pand, waarna we een familietraditie in ere hielden. Bij het speeltuintje van Park Oog in Al genoten we nog na van het familie-uitje.
Dat moeten we vaker doen, zeiden we tegen elkaar, met zijn viertjes iets in de buurt bezoeken. Dat is niet alleen leuker voor ons, maar eigenlijk ook voor de zaak waar we dan naartoe gaan.
De volgende keer gaan we gezellig met zijn allen naar de tandarts.

 

Published in2014