Sla over naar de inhoud

Een nieuwe vijf

Net zoals de tweede kus de eerste niet is, de tweede ‘keer’ heel anders is dan de eerste, en de tweede serieuze relatie anders schijnt te zijn dan de eerste, is de tweede rommelmarkt moeilijk te vergelijken met de eerste. Vorig jaar was alles nieuw tijdens het Straatfeest in Lombok. Spannend. Maar afgelopen 5 mei wist ik al wat ik kon verwachten. En dat maakt het heel anders. Minder speciaal wellicht. Maar ook nu was er veel te genieten en veel om over te verbazen. En dus om over te schrijven. Na de vijf van de rommelmarkt van vorig jaar, hier een nieuwe vijf.

1. Het snoerenbeleid
In 2009 werden we bijna overvallen toen we om 7 uur ’s morgens de eerste doos in de kraam wilden zetten. Een doos met snoeren was het. En dat hebben we geweten. Binnen een paar seconden werden de snoeren door een horde van Marokkaanse en Turkse mannen uit de doos gegrist. Dat was toch wel een heel a-relaxed begin. Daarom hadden we het nu anders gepland. De spullen met snoeren hielden we achter tot ergens in de middag. Dan waren we al wat geacclimatiseerd, en zou de run op spullen met snoeren vast wat minder zijn geworden. Dit snoerenbeleid bleek goed te werken. Uiterst ontspannen zetten we rond 14.00 uur een laptop in de kraam. En zoals verwacht kwam er geen horde mannen op ons af. Want die waren om 7 uur al voor niets langsgekomen. Sommigen wisten nog dat we het jaar daarvoor heel veel snoeren hadden. Maar helaas voor hen, dit keer (nog) niet. Pas zeven uur later was het zover. En hoewel de snoerenjacht minder was, verkochten we de apparaten nog razendsnel. De eerste de beste man die langskwam, wilde bijvoorbeeld deze laptop meteen hebben. En ook de andere snoerenspullen lagen maar heel even in onze kraam. Ons snoerenbeleid had duidelijk effect: hetzelfde resultaat, maar veel ontspannender voor ons.

2. Het afdingbeleid
Ook op het afdingen was ik voorbereid. En ook hier had ik een nieuw beleid: iets hoger inzetten dan ik aanvankelijk wilde doen.
Wat een misrekening.
Toen ik in de eerste uren mijn prijs bekendmaakte, werd er niet afgedongen, maar renden de potentiële kopers zo hard mogelijk weg. Terwijl ik hooguit twee euro vroeg. Wellicht was het ’s ochtends nog te koud om langdurig voor een kraam af te dingen. Of bedroeg het budget voor de hele dag door de crisis maar 1,50. In het begin schoot de verkoop van onze spulletjes in ieder geval niet op. Daarom heb ik een paar wegrenners nog wel nageroepen dat ze best mochten afdingen. Maar dat hielp niets.
Toen ben ik zelf maar gaan afdingen.
Ik begon met het vragen van een euro, om vervolgens bij de geringste twijfel van de klant op vijftig cent te zitten. En soms had ik het helemaal goed te pakken. Dan vroeg ik aanvankelijk een euro, maar op het moment dat de koper zijn portemonnee pakte, zei ik snel: 50 cent is ook goed. En dat hielp. Niemand rende meer weg.
Maar de kopers bleven weigeren af te dingen. Ze wachtten gewoon tot ik zelf met de prijs omlaag ging. En ik … ik was wederom de kwaaiste niet.

3. De het-geruite-jasje-prijs
Tijdens de eerste rommelmarkt werd een geruit jasje heel vaak gepast. Maar niemand kocht het. Dit jaar hing het jasje weer aan de kraam, maar was er geen enkele interesse. Wel waren er andere spullen die veel bekeken en aangeraakt werden, maar niet werden verkocht. Zoals een woordenboek Nederlands en een cd met wereldmuziek. Een voorwerp stak er met kop en schouders bovenuit: een witte (nep)parelketting. Heel veel vrouwen hielden deze ketting vast of probeerden haar. Maar kopen, ho maar. Tot een uur of 16, zo’n 9 uur nadat we de ketting in de kraam hadden gelegd. Voor het astronomische bedrag van 80 cent.
Hoewel de ketting uiteindelijk dus wel verkocht is, heeft zij de het-geruite-jasje-prijs 2010 gewonnen. Ik ben benieuwd welk ding volgend jaar het vaakst aangeraakt wordt en dus met deze eer gaat strijken. Het geruite jasje zelf doet niet meer mee. Omdat het totaal genegeerd werd, hebben we het maar naar Guatemala gestuurd. Maar zijn prijs blijft bestaan.

4. De praatjesmaker
Tijdens deze tweede rommelmarkt was het leuk om te merken dat ik al aardig ingeburgerd raak in deze wijk. Ik ken steeds meer mensen. En dus heb ik veel meer mensen gesproken dan vorig jaar. Met de fotograaf, de achterbuur, de voorbuur, de zijbuur, de schuinbuur, de straatbewoner, Franz, de kunstenares, haar moeder, en nog wat anderen uit de buurt. Ook heb ik nog flink wat gezwaaid, en andere herkenningsrituelen uitgevoerd. En natuurlijk ben ik voor de lokale economie ook actief geweest bij een paar andere kramen. Ik heb zonnebloemen gekocht bij de een, een grabbelton omgegooid bij de ander (waarvoor nogmaals sorry) en een foldertje meegenomen bij een derde. Soms stond ik daardoor wel meer voor (of naast) de kraam dan erachter. Voelde ik me vorig jaar nog een marktkoopman, nu was ik meer een praatjesmaker. Maar het kon ook makkelijk. Bij onze kramen was het minder druk dan vorig jaar. En mijn lief en haar twee nichtjes waren er ook nog.

5. De Boonanza-nichtjes
Er kan veel veranderen in een jaar. Vorig jaar waren de nichtjes heel enthousiast, en hielpen ze fanatiek mee. Nu hadden ze – inmiddels 14 en 15 jaar oud – niet zo’n zin.
Aan de ene kant kwam dat ook door ons. De nacht ervoor waren we vergeten een strenge tante en oom te zijn. Daardoor lagen de meiden vrij laat op bed, en bleven ze nog langer wakker, waardoor ze de volgende dag heel slaperig achter de kraam zaten.
Maar aan de andere kant betwijfel ik of ze zich heel anders gedragen hadden als ze wel op tijd naar bed waren gegaan. Want of ze nu vijf of negen uur op bed zouden liggen, humeurig zouden ze misschien toch wel zijn geweest.
Dat heb je met pubers.
In een jaar waren de nichtjes flink verpuberd.
En tja, dat ging nu gepaard met gemopper over de tegenvallende drukte, geklaag over de kou en flauw gelach als een van de potentiële kopers in hun ogen een beetje raar deed. Op een gegeven moment waren ze zo verveeld dat ze het kaartspelletje Boonanza gingen doen.
Ik denk niet dat het voor geïnteresseerden heel uitnodigend was iets te kopen bij de kraam van de verveelde dames met hun Boonanza-kaarten. Maar goed, ze waren er nu toch maar, en bleven ook de hele dag. En ze onderhandelden regelmatig over de prijs (beter dan ik), en verkochten best wat. Toen de markt afgelopen was, hielpen ze goed mee met het opruimen, waarna ze de kleren brachten naar de kledinginzameling aan de Antonius van Paduakerk. En ach, dat Boonanza … het leverde in ieder geval een onvergetelijk plaatje op, die mokkende meiden achter de kraam, een spelletje spelend terwijl ze daar ook geen zin in hadden.
Mede door hen werd ook mijn tweede editie van de rommelmarkt onvergetelijk.

Published in2010