Sla over naar de inhoud

Losse veters

Nu, 50 dagen later, durf ik het wel te hebben over 1 april. Mijn blauwe plekken zijn al een tijdje verdwenen, en mijn litteken is niet te zien zolang ik een blouse met lange mouwen aantrek. Alleen mentaal heb ik er nog wat moeite mee. Ik weet, het was mijn eigen schuld. Ik was de dupe van mijn eigen 1 april-gedoe Ofwel, van mijn eigen veter-fetisjisme. Waar ik alleen deze ene dag last van had. Maar dan wel in grote mate.

Na Sinterklaas is 1 april de leukste dag van het jaar. Gewoon lekker mensen voor de gek houden. Maar dan niet met allerlei rare fratsen zoals verkeerde afspraken en niet-bestaande werkopdrachten. Maar gewoon met de ‘good old’ veter.

Eigenlijk is dit het enige geschikte attribuut voor een geslaagde 1 april-grap. Andere grappen zijn leuk geprobeerd, maar hebben in feite niets met 1 april te maken. De veter heeft traditie, en blijft altijd verrassend leuk. Als je hem maar goed inzet. Op het juiste moment. Als niemand hem verwacht. Het enige wat je nodig hebt is een ‘niks aan de hand’-gezicht. Alsof je geen benul hebt dat het 1 april is. Ook belangrijk is om het goede moment af te wachten. Als je zeker weet dat de ander er het minst op berekend is, kun je toeslaan. Zoals afgelopen 1 april. Tussen neus en lippen door zei ik tegen de huishoudelijke hulp – toen ze net begonnen was – het beroemde 1 april-zinnetje. En ja, hoor, ze keek naar haar voeten, en toen pas bedacht ze dat ze pantoffels droeg. Ik hoefde de datum al niet meer te noemen.
Eerlijk gezegd verbaasde het me niet dat ze keek. Lang niet iedereen denkt eraan. En zeker niet als je de grap uit in onverwachte situaties. Zoals door de telefoon. Een jaar of tien geleden grapte ik door de telefoon tegen Erik dat zijn veter los zat. Even was het stil, en daarna hoorde ik twee vrouwen hard lachen. Ze hadden meegeluisterd met het gesprek, en zagen hoe Erik naar zijn schoenen keek. Ja, zei hij, wie zegt nou door de telefoon dat een veter los is.
Nou, ik dus.

Terwijl ik zelf niet eens goed kan strikken, heb ik wel wat met veters. Eigenlijk maar een eenvoudig touwtje, dat de schoen af maakt. Zonder welke we niet kunnen. En waarmee je dus leuke grappen kunt uithalen. Meer dan vijf jaar geleden stuurde ik 100 dagen voor de eerste aprildag naar een vriendin een kaartje met de tekst ‘Over 100 dagen is je veter los’. 50 dagen erna een kaartje met de tekst dat de veter over 50 dagen los was. En zo ook 25 en 10 dagen voor de bewuste dag. De laatste dagen van maart stuurde ik een mailtje. Op de dag zelf ontving ze een kinderschoentje waarvan een veter los was. Met daarbij een briefje: ‘ Zie je wel’.
Dit jaar heb ik een vereenvoudigde versie uitgevoerd. Vijftien vrienden en familieleden ontvingen op de bewuste dag een envelop met daarin twee kleine envelopjes. In de ene zat een veter, in de ander een briefje: ‘ Je veter is los’. Enkele vrienden wisten meteen dat dit van mij afkomstig was. Van anderen heb ik nog geen reactie vernomen. Maar waarschijnlijk hebben ze wel een vermoeden dat ik de enveloppen had gestuurd.

Maar ik geloof niet dat ze ooit hebben kunnen vermoeden dat ikzelf het grootste slachtoffer was van mijn losse-vetergrappen. Omdat ik geen risico wilde lopen om zelf in een 1 april-grap te trappen – dat zou natuurlijk wel stuitend zijn voor iemand die er zo mee bezig is – heb ik die dag mijn veters niet gestrikt. Dan konden ze me daar niet op pakken. Nou, dat pakte niet bepaald goed uit. Toen er aan de voordeur werd gebeld, wilde ik zo snel mogelijk naar beneden gaan. Net voor de bovenste trede van de trap struikelde ik over mijn eigen veters, waardoor ik de trap afdenderde. Met als resultaat veel blauwe plekken en een jaap van een wond aan mijn linkerarm. Op mijn hoofd had ik wat builen, maar erger nog, in mijn hoofd een lossevetercomplex. Het gaat nu wel weer. De echte mentale klap komt denk ik pas op 1 april 2009. Hoe moet ik die dag zien rond te komen? Want lachen met veters zit er vast niet meer in.
Dus mocht je die dag ineens een veter ontvangen of op een andere manier met zo’n dikke draad te maken krijgen, dan weet ik van niets.
Zeg ik dan.
En daarna zeg ik …
inderdaad.

Published inpre-lombok